Column 10 – “Langs de leedlat”

De Bornse Marianne Webster heeft in maart 2018 haar enig kind, haar 18-jarige zoon Mike, verloren aan de meningokokbacterie. Naar aanleiding van deze heftige gebeurtenis heeft ze haar leven radicaal omgegooid, onder andere door vrijwilliger te worden in een hospice. In deze column vertelt ze wat haar heeft geraakt of welke nieuwe inzichten ze heeft gekregen, na de dood van haar kind.

Een tijdje geleden stond er in een of ander damesblad een interview met Natasja Froger, waarin ze vertelde over het verdriet dat ze had na het uitvliegen van haar laatste kind. Ze had veel last van het lege nest syndroom, werd er geschreven. Toen ik dat las, was ik zo geïrriteerd! Want wat zeurde ze nou over een leeg nest? Zij kon toch gewoon nog haar kinderen zien en spreken wanneer ze dat wilde?! Nee, dan ik, ik had binnen 17 uur mijn enig kind verloren aan de dood. Dat is pas echt een leeg nest!! Dit waren de eerste spontane jaloerse gedachten die in me opkwamen tijdens het lezen van het artikel. Misschien begrijpelijk voor iemand die net haar kind verloren heeft, maar toch zijn het niet bepaald gedachten waar ik trots op ben, want ze stralen niet veel empathie uit van mijn kant. Integendeel, ik bagatelliseerde haar verdriet door het met mijn eigen verdriet te vergelijken.

Jezelf vergelijken met een ander; we doen het allemaal! We vergelijken onze levens, onze carrières en bijbehorende salarissen, onze lichamen, onze kleding, enzovoort. Meestal voelen we ons er niet beter door, door ons met anderen te gaan vergelijken, maar toch blijven we het doen. Menseigen!

Bij het sterven van mensen worden ook vergelijkingen gemaakt. Dat viel me op na het overlijden van mijn zoon, toen mensen tegen me zeiden: “Oh, wat erg, je kind verliezen, dat is het allerergste dat je kan overkomen!” Door dit soort opmerkingen werd ik me er bewust van dat zelfs de verschillende soorten verdriet als het ware worden gewogen en langs een leedlat worden gelegd. Maar omdat iedereen (en zeker de mensen die zelf een kind hebben) zich wel enigszins kan voorstellen dat een kind verliezen ook echt het ergste is dat een ouder kan overkomen, is dit een alom geaccepteerde opmerking.

Heel wat minder geaccepteerd zijn de vergelijkende opmerkingen die sommige van mijn lotgenoten hebben moeten horen, na de dood van hun kind. Zo zijn er ouders van baby’s die tijdens de zwangerschap of bevalling zijn overleden, waartegen gezegd is: “Gelukkig heb je haar niet gekend. Dan was het nog erger geweest.” Uit deze vergelijking maak ik op dat mensen het blijkbaar erger vinden als er een ouder kind sterft dan als er een baby doodgeboren wordt. Maar voor de ouders van zo’n kindje komt zo’n opmerking enorm rauw op hun dak vallen want zij krijgen hierdoor het idee dat hun verdriet gerangschikt en gelabeld wordt en dat zij dus haast dankbaar moeten zijn dat hun kind op zeer jonge leeftijd is overleden, wat natuurlijk nergens op slaat! Vaak komt er ook nog de pijnlijke opmerking achteraan dat ze “gelukkig” nog jong genoeg zijn om nog een kind te “nemen”. Ongetwijfeld goedbedoeld, maar wat men hiermee eigenlijk zegt is dat een kind te vervangen is door een ander kind en dat is natuurlijk niet zo! 

Nog zo’n opmerking: “Aan een baby die overlijdt, heb je nog geen of weinig levende herinneringen. Dat doet minder pijn.” Je mag dan minder herinneringen hebben aan je kind, maar maakt dat het beter? Ik betwijfel het, want die ouders zullen zich altijd afvragen hoe hun kind eruit zou hebben gezien of hoe zijn of haar stem zou hebben geklonken. Als je kind op een oudere leeftijd overlijdt, dan heb je die vragen wel beantwoord gekregen, in ieder geval tot een bepaalde leeftijd. Het is waar dat de vele herinneringen, die je met een ouder kind hebt gemaakt, pijnlijk kunnen zijn als dat alles is wat je nog hebt. Het bitterste in ons verdriet van vandaag is de herinnering aan onze vreugde van gisteren. Maar tegelijkertijd ervaar ik de vele herinneringen aan Mike ook als een zegen, want ik ben heel dankbaar dat ik tenminste 18 jaar van mijn zoon heb mogen genieten. Maar dit neemt natuurlijk niet weg dat 18 jaar veel en veel te jong is om te sterven en dat ik mijn lieve jongen vreselijk veel mis!

Mensen weten soms echt niet wat ze moeten zeggen en dan kunnen er dus opmerkingen en vergelijkingen uit hun mond komen die goedbedoeld zijn, maar wel behoorlijk kunnen kwetsen. Zo vertelde een lotgenote van mij dat ze iemand had verteld hoe veel verdriet ze had over haar 42-jarige zoon die was verongelukt. De ander maakte toen de opmerking: “Maar hij woonde toch allang niet meer thuis??” Alsof je je overleden kind minder mist omdat hij niet meer thuis woonde.

Uit al deze voorbeelden blijkt dat de omgeving met dit soort opmerkingen dus onbewust een gradatie in verdriet maakt om te bepalen wie er écht recht heeft op verdriet en wie een stuk minder. Waarom mensen de noodzaak lijken te voelen om een lijstje te maken van erg, erger, ergst? Ik weet het niet! Maar als ik heel eerlijk ben, heb ik mij hier zelf ook schuldig aan gemaakt. Toen ik voor het eerst in de lotgenotengroep terecht kwam, vond ik mezelf het aller zieligst. Want ik had, na een zwaar leven met de leukemie van mijn man, nu ook nog mijn enig kind verloren! Vele andere lotgenoten hadden tenminste nog meerdere kinderen, werden in ieder geval nog mama genoemd en konden nog oma worden en dat geluk had ik niet! Maar toen kwam ik in gesprek met een lotgenote die een dochter verloren had, maar nog wel een zoon heeft. Zij vertelde dat ze dankbaar is dat ze nog een kind heeft en nog mama genoemd wordt, maar dat het aan de andere kant ook heel moeilijk te verkroppen is dat zij, door het grote verdriet om haar dochter, voor haar zoon niet meer de moeder kan zijn, die ze zo graag had willen zijn. Verder gaf zij aan dat het heel zwaar is om, naast haar eigen verdriet, ook het verdriet bij haar zoon te zien, die zijn zus heel erg mist. Over dit stukje extra verdriet, dat sommige ouders van meerdere kinderen met zich meedragen, had ik niet eens nagedacht! Door dit eerlijke en oprechte gesprek ben ik me gaan realiseren dat het beter is om verdriet niet met elkaar te vergelijken, omdat het voor iedereen al moeilijk genoeg is om je aan te moeten passen aan een wereld zonder je dierbare, zonder dat het verlies langs de leedlat wordt gelegd en er een label op wordt geplakt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *