Column 29 – “Niets is wat het lijkt!”

De Bornse Marianne Webster heeft in maart 2018 haar enig kind, haar 18-jarige zoon Mike, verloren aan de meningokokbacterie. Naar aanleiding van deze heftige gebeurtenis heeft ze haar leven radicaal omgegooid, onder andere door een tijd vrijwilliger te zijn in een hospice. In haar columns vertelt ze wat haar heeft geraakt of welke nieuwe inzichten ze heeft gekregen, na de dood van haar kind.

De dood van je kind vraagt alles van je, en neemt nog meer! Zo verlies je naast je dierbaarste “bezit” ook de onschuld van het leven. Mike’s plotselinge overlijden heeft me op ruwe wijze bewust gemaakt van de enorme kwetsbaarheid van het leven. En ook het verlammende gevoel van machteloosheid is iets dat ik nooit meer zal vergeten! Ik kan niet in woorden uitdrukken hoe vreselijk het was om machteloos toe te moeten kijken hoe mijn lieve jongen bij me weggleed! De artsen en ik zagen het gebeuren en er was niets dat we eraan konden doen! Het was echt een shock om te ontdekken dat we, als het er echt op aankomt, maar bar weinig over ons leven te vertellen hebben. Hierdoor zie ik het leven nu meer als één grote mindfuck, in de zin van dat niets is wat het lijkt! Life is what happens while you are making other plans! 

Het overlijden van Mike liet mijn hele wereld op zijn grondvesten doen schudden. Niets was meer zoals het was en ik begreep niks meer van de wereld waar ik in terecht was gekomen. Hoe kan iemand in 17 uur van kerngezond naar overleden gaan? Waarom hij, waarom wij? Maar geen enkele logica kan dit zware verlies verklaren of goedpraten. Logica faalt zelfs volledig als je het toepast op verdriet. Zo zou je volgens de regels van de logica je kind met steeds minder intensiteit moeten gaan missen, naarmate de tijd vordert. Er is ons immers altijd geleerd dat tijd slijt. Maar niets is minder waar! Het gemis wordt alleen maar groter, naarmate de tijd verstrijkt. 

Logica vertelt me ook dat de stap van 31 december naar 1 januari slechts één dag bedraagt. Maar jeetje, wat vond ik het de afgelopen twee jaarwisselingen moeilijk om over te gaan naar een nieuw jaar. De eerste keer omdat Mike voor het eerst niet meer zou leven in een jaar waarin ik wél verder moest. En afgelopen jaarwisseling omdat ik nu niet meer kan zeggen dat Mike vorig jaar is overleden. Ik moet nu zeggen “Twee jaar geleden” of “In 2018”. Het slaat nergens op, maar voor mij voelt het alsof ik door die overgang ineens veel verder van hem verwijderd ben. Verstandelijk weet ik dat het slechts een dag verschil was, maar gevoelsmatig is het een heel ander verhaal.

Nog zoiets, logischerwijs zou je denken dat naarmate het vermogen tot vreugde toeneemt, de hoeveelheid verdriet zou moeten afnemen. Maar het rouwproces werkt helaas niet als een weegschaal waarbij je een gewicht van de ene naar de andere kant verplaatst. Het hartzeer dat je voelt als je zonder je kind verder moet leven, dat blijft! Je kind moeten begraven is een verdriet dat niet te verwerken is. Dat kun je alleen maar leren verweven in je leven. En daarom zal die droefheid altijd onderdeel van je leven blijven, ook al kun je weer een beetje genieten van het leven.

De omgeving snapt heel goed dat je bedroefd bent na het verlies van je kind. En toch ontstaat er op een bepaald moment een breuk tussen wat de omgeving verwacht en wat de rouwende ouder ervaart. Voor mijn gevoel heeft dit te maken met onrealistische verwachtingen. Men verwacht dat we met de tijd steeds meer kleur terug zullen krijgen in ons leven. Maar de realiteit is dat zelfs als we ons weer openstellen voor het leven, er altijd een deel van het kleurenspectrum zal zijn dat we niet meer kunnen bereiken. Want er bestaat geluk dat we zonder ons kind nooit zullen ervaren. Zo zal ik nooit de trots voelen die je voelt als je kind afstudeert. Ik zal nooit de vreugde kennen hem gelukkig te zien met een lieve partner, of de liefde voelen die je als oma voor je kleinkinderen kunt voelen. Dat zijn kleuren van het palet die ik ooit binnen handbereik had, maar die ik nu nooit meer te zien zal krijgen. 

Dit verlies bovenop verlies ervaar je pas als je kind er niet meer is en je toe moet kijken hoe anderen om je heen dit soort geluk wel mogen ervaren. Je kunt oprecht blij zijn voor de ander, maar dat neemt niet weg dat hun geluk je herinnert aan het toekomstige geluk dat jij met je kind hebt verloren. Ondanks dat verlies moet je toch doorgaan met de taak van het leven, onder de last van het verdriet. Maar hoe ga je verder met je leven, als dat leven helemaal opnieuw vorm moet krijgen? Dat is echt niet makkelijk, want het lijkt alsof je meer dan honderd procent moet geven, terwijl je er voor je gevoel maar een half leven voor terugkrijgt. Dat is geen logische wiskunde, maar de kromme rekenkunde van een gebroken hart. 

Ik weet dat ik bepaalde gebeurtenissen nooit mee zal gaan maken, maar toch gaan mijn gedachten er soms ongewild naartoe. Met een bittere cocktail van eindeloze onbeantwoorde vragen, die beginnen met “Wat als”. Wat als hij nog zou leven, zou hij dan nu nog thuis wonen? Wat als hij nog zou leven, zou hij dan nu een vriendin hebben? Wat als, wat als, wat als… Vragen waarmee ik het mezelf alleen maar moeilijker maak. Maar ondanks dat ik weet dat ik de antwoorden op die vragen nooit zal krijgen, lukt het me niet die vragen te vermijden.

Er zijn ook vragen waarop ik niet eens antwoord zou willen krijgen, want wat als het niet de antwoorden zijn die ik wil horen? Wat als mijn kind echt weg is? Dat wil en kan ik niet geloven! Daarom heb ik voor mezelf besloten dat ik vertrouw op het bestaan van een hiernamaals, hierin gesteund door het gevoel dat mijn oneindige liefde voor Mike mijn sterkste aanwijzing is voor de oneindigheid van het leven. Een teken dat niets ooit echt verdwijnt en dat ik mijn zoon ooit weer in mijn armen kan sluiten. En dat is de mooiste gedachte die er is, of die nou logisch is of niet!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *