Column 30 – “Het mooiste geschenk dat je ons kunt geven!”

De Bornse Marianne Webster heeft in maart 2018 haar enig kind, haar 18-jarige zoon Mike, verloren aan de meningokokbacterie. Naar aanleiding van deze heftige gebeurtenis heeft ze haar leven radicaal omgegooid, onder andere door een tijd vrijwilliger te zijn in een hospice. In haar columns vertelt ze wat haar heeft geraakt of welke nieuwe inzichten ze heeft gekregen, na de dood van haar kind.

Als kind ging ik regelmatig logeren bij mijn opa en oma. Met opa en herdershond Alex lekker ravotten in het bos en met oma koekjes bakken en naar de stad. Eerst naar de Hema voor een overheerlijke tompouce en daarna naar de V&D, waar we één keer op en neer mochten met de roltrap. Wat een feest! Tegen het winkelende verkeer ingaan en proberen op de neergaande roltrap omhoog te komen was helemaal geweldig! Hoe heerlijk simpel kan het leven zijn?

Helaas is mijn leven nu veel minder simpel, zeker na het overlijden van Mike. In eerdere columns heb ik mijn huidige leven wel eens vergeleken met een rit in een achtbaan. Maar eigenlijk klopt die vergelijking niet, want een achtbaan heeft naast dieptepunten ook hoogtepunten. Bovendien geeft het je een kick van opgewonden spanning. Dat zijn dingen die Mike’s dood natuurlijk niet met zich meebrengt. Het is eigenlijk veel passender om het rouwproces te vergelijken met die roltrap, die me vroeger zo’n plezier gaf. Mijn roltrap gaat omlaag, terwijl ik juist omhoog probeer te komen. Soms lijkt het alsof ik helemaal nergens kom, hoe hard ik ook mijn best doe. En als ik denk dat ik eindelijk wat vooruitgang boek, dan struikel ik opeens, met blauwe gekneusde schenen tot gevolg. Door de val weer meters teruggeworpen. Om moedeloos van te worden! Maar ik kan niet stoppen met klimmen. Want als ik stop, sleurt de roltrap me razendsnel naar beneden, terug naar de diepte waarin ik terechtkwam op de dag dat ik mijn lieve jongen verloor. 

Vaak voel ik me alleen op die roltrap, maar soms staat er even iemand naast me. Mijn man, mijn zusje of een lotgenoot. Mensen die me zo stevig vasthouden dat ik eventjes bij kan komen van het constante gevecht met de zwaartekracht. Maar het is en blijft een ware uitputtingsslag omdat je, ondanks alle kneuzingen en pijn, elke keer weer de kracht moet vinden om op te staan. Om verder te gaan met een leven dat je nooit hebt gewild. Het is mijn ervaring dat pas vanaf het moment dat je de “moet” eruit kunt halen en “moed” erin stopt, het leven weer iets dragelijker wordt.

Eigenlijk is voortleven heel dubbel. Aan de ene kant gaat het helemaal vanzelf, want je wordt elke ochtend gewoon weer wakker. Maar aan de andere kant zie ik het ook als een keus om te blijven klimmen. Ik had me ook door de roltrap mee kunnen laten sleuren naar een plek waar mijn pijn zou zijn geëindigd, maar waar die van mijn nabestaanden zou zijn begonnen. Maar die keus heb ik niet gemaakt. En dus klim en struikel ik verder. Voor Mike en vanwege Mike, omdat ik het aan hem verschuldigd ben om niet op te geven. Hem trots maken is mijn grootste drijfveer om te blijven knokken. Door nog iets van mijn leven te maken, wil ik hem laten zien dat zijn leven zijn dood overschaduwt. Ik blijf daarom één voet voor de andere zetten, met kleine pasjes vooruit. Richting een toekomst waarin hij aanwezig zal blijven. Niet zoals ik graag had gewild, maar in herinnering en in liefde. 

Door te herinneren blijf ik mijn kind ontmoeten en daarom zal ik altijd zijn naam blijven noemen. Hiervoor heb ik echter wel de mensen in mijn omgeving nodig, als bereidwillige toehoorders. En daar zit nou net de crux, want die omgeving wil het liefst zo snel mogelijk door. Weg van die enge dood die hun deur gelukkig voorbij is gegaan. Wat zou het toch mooi zijn als de dood van een kind niet langer een taboe was. Als meer mensen zouden begrijpen dat het feit dat we de naam van ons overleden kind willen blijven noemen niet een teken is dat we blijven hangen in ons verdriet. Maar dat het juist een poging is om verder te gaan met een leven waarin (de herinnering aan) ons kind nog een rol mag blijven spelen. Want onze herinneringen zijn de sleutel tot onze toekomst.

Wat ik hiermee bedoel, wil ik proberen uit te leggen aan de hand van een scene uit mijn favoriete ziekenhuisserie, waarin een arts een collega troost die recentelijk zijn vrouw heeft verloren. Hij vertelt: “I also lost my wife, many years ago. When I did, I was destroyed, parts of me shattered. So, I started cooking, her recipes, all the meals she ever cooked for me. The taste brought back memories and the memories brought back….her!” 

Mooier en beter dan dit kan ik niet uitleggen waarom ik zo graag over Mike wil blijven praten. Omdat bij elke herinnering die ik over hem mag delen, Mike weer heel even een klein beetje bij me terug is. Zo blijft hij onderdeel van mijn leven, ook al ben ik verder gegaan met een toekomst zonder hem!

Ik hoop dat mensen, die niet weten hoe het is om een kind te verliezen, nu iets beter begrijpen waarom het zo vreselijk veel pijn doet dat na verloop van tijd (bijna) niemand meer de naam van ons overleden kind noemt. Dat niemand meer vraagt naar onze herinneringen aan ons kind. Door het noemen van de naam van ons kind maak je ons echt niet verdrietiger, zoals veel mensen denken. Het grootste verdriet van mijn lotgenoten en van mij zit hem juist in de angst dat onze kinderen vergeten zullen worden. En daarom is het noemen van hun naam het mooiste geschenk dat je ons kunt geven!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *