Column 5 – “Rauwe rouw”

De Bornse Marianne Webster heeft in maart 2018 haar enig kind, haar 18-jarige zoon Mike, verloren aan de meningokokbacterie. Na deze heftige gebeurtenis heeft ze haar leven radicaal omgegooid, onder andere door vrijwilliger te worden in een hospice. In deze column vertelt ze wat haar heeft geraakt of welke nieuwe inzichten ze heeft gekregen, na de dood van haar kind.

Toen ik zwanger was van Mike, zag ik overal zwangere vrouwen om me heen. Hetzelfde gebeurde in 2004, toen mijn man de diagnose leukemie kreeg: opeens hoorden we overal verhalen van jonge mensen met kanker. En nu merk ik weer precies hetzelfde, na het overlijden van Mike. Ik kan het nieuws niet horen of lezen, of er is wel ergens een bericht over een dodelijk ongeluk met jongeren in het verkeer of over een overleden kind dat urenlang in een snikhete auto is achtergelaten. En dan natuurlijk al die hartverscheurende berichten over kinderen die ziek zijn geweest en de strijd helaas hebben verloren.

Als mens grijpt je zoiets natuurlijk al aan, maar als moeder van een overleden kind raakt de dood van kinderen of jongvolwassenen me nog veel meer. Vooral omdat ik weet door welke hel de ouders gaan op dat moment. Dat gun ik echt niemand! Bij de dood van je kind sterft er ook een stukje van jezelf en de eerste tijd na het overlijden word je geleefd en is de pijn bijna ondraaglijk. Maar het is niet alleen de eerste tijd loodzwaar, want ook nu, terwijl (bijna) iedereen het weer vergeten is, blijft het veel pijn doen. Simpelweg omdat ik Mike nog steeds vreselijk veel mis. En dat gemis wordt alleen maar groter, omdat het besef van “nooit meer” steeds meer binnen dringt. Daarnaast moet ik het doen met alleen herinneringen aan mijn zoon. Die herinneringen geven soms steun en soms zijn het martelingen, maar het is onverteerbaar dat er geen nieuwe herinneringen meer bij zullen komen. De herinneringen die we niet meer kunt maken, die doen nog het meest pijn! 

Daarbij komt ook nog dat de omgeving steeds minder empathisch reageert. Er wordt steeds vaker gedacht dat je nou maar eens een keer op moet houden met treuren. En het blijft vaak niet alleen bij denken, want mensen gaan ook steeds meer pijnlijke dingen uiten, onder het mom van “Ik heb het beste met je voor”. Het is bijna alsof er een tijdslimiet zit aan het rouwen om je kind. Zo van, het is nu een jaar geleden, nu moet het maar eens klaar zijn! Maar dat zegt eigenlijk meer over hen dan over de persoon die verdrietig is, want zij kunnen het klaarblijkelijk niet langer aanzien dat de ander verdriet heeft! 

Ook lijkt de omgeving moeite te hebben met het feit dat de rouwende mens veranderd is, want dat je verandert door de dood van je kind, dat is een feit. Er is een leven voor Mike’s dood en een leven na Mike’s dood. Zo is er ook een Marianne van voor Mike’s dood en een Marianne van erna. Het nieuwe leven is echt niet makkelijk, want je moet niet alleen dealen met het gemis en het verdriet, maar je herkent jezelf soms ook niet meer. Zo draaide ik er vroeger mijn hand niet voor om, om voor een klas met 25 volwassen studenten te staan, maar nu ben ik niet stabiel genoeg meer om die stress aan te kunnen. Ook hoeft er maar dít te gebeuren, of de tranen rollen over mijn wangen. Dat ik van een sterke vrouw zo ben veranderd in een (soms) labiel wrak, is echt moeilijk te behappen! 

Het zou zo fijn zijn als de omgeving daar rekening mee zou houden, maar helaas doet niet iedereen dat. Vaak raakt het geduld op. In een lotgenotengroep waar ik lid van ben, lees ik wel eens dingen waar mijn maag van omdraait. Ik zal nooit vergeten hoe geraakt ik was toen iemand schreef: “Vandaag zou mijn zoon jarig zijn geweest. Vandaag mag ik eindelijk weer eens openlijk verdrietig zijn!” Het is toch te gek voor woorden, dat die moeder door de jaren heen het gevoel heeft gekregen dat haar verdriet er niet meer mag zijn? Een andere lotgenote (die notabene twee kinderen verloren heeft) vertelde laatst dat haar beste vriendin zeer regelmatig opmerkingen maakt als “Er is zo niks meer aan met jou!!”. Dat is toch erg, als je zoiets durft te zeggen tegen iemand die er, ondanks het immens grote verdriet, tóch elke dag weer opnieuw voor kiest en knokt om verder te gaan zonder haar kind(eren). Snapt men dan echt niet hoe zwaar werk rouwarbeid is? Daar zit niet voor niets het woord arbeid in! 

Het omgaan met het verdriet en het gevecht tegen het leven is geen 9-tot-5 baan, dat gaat dag en nacht door. Als ik geluk heb, slaap ik (met slaaptabletje) een paar uur, maar zelfs dan kunnen de nachtmerries me nog achtervolgen! Het woord rouw is daarom, naar mijn mening, verkeerd geschreven, want als het gespeld zou zijn met “au”, dan zou het de realiteit veel beter benaderen.

In het Engels is er een uitdrukking die zegt: Grief lasts longer than sympathy! Vrij vertaald betekent dat: rouw duurt langer dan medeleven. Daar word ik echt verdrietig van en ik hoop dat mensen zich wat meer gaan realiseren dat het gemis en de rauwe pijn van het verliezen van je kind nooit zullen verdwijnen! Ik denk er zo over: “Voordat je ook maar mag dénken dat iemand lang genoeg gerouwd heeft om zijn of haar kind, bedenk je dan eerst eens welke van jouw kinderen jij na een jaar niet meer zou missen??” 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *