Cursiefje: 1947

Lees alle columns van Jan Stoop op www.borneinbeeld.nl.

1947 is mijn geboortejaar. Om precies te zijn, ik ben op 22 februari dat jaar geboren. Overleveringen daarover zijn schaars. Op één na, dat het toen ijselijk koud was. Familie reist per trein vanuit het noordwestbrabantse naar het westen, naar Stompwijk bij Den Haag. Een moeizame onderneming.
De pastoor doopt mij in zijn tropisch verwarmde zitkamer. Zijn omvang en de weersomstandigheden beletten hem naar de aanpalende kerk te lopen. Of er getoost is, het glas geheven – spiritualiën waren daar rijkelijk aanwezig, zo is onthouden? Nee! En de ‘opdracht aan Maria’ is tot op heden ook niet uitgevoerd.

Michel van der Plas schrijft een documentaire over Nederland in de jaren 1945 – 1950: Mooie Vrede. Hoe hij dat bedoelt, blijkt uit het motto Wat was de Vrede mooi, toen het nog Oorlog was!
Weer jaren later noemt Ad van Liempt 1947 in zijn boek Na de bevrijding / De loodzware jaren 1945 – 1950 een jaar van uitersten. Moordpartijen op Zuid-Celebes, ook wel ‘zuiveringen’ genoemd, in het toenmalige Nederlands Indië, fraude rond een schaatswedstrijd, de Elfstedentocht, en verderop in het jaar de publicatie in 1500 exemplaren van Het Achterhuis / Dagboekbrieven van 12 juni 1942 – 1 augustus 1944 van Anne Frank. Het katholieke dagblad De Tijd verpakt in zijn recensie bewondering en een waarschuwing. “Al is een veertienjarige de schrijfster, men geve dit boek niet zonder meer aan haar leeftijdsgenoten in handen. Anne is zeer openhartig en niet alles waarover ze schrijft is voor veertienjarigen, die geestelijk nog geheel kind zijn, te verwerken. Maar juist in dat schuchter en eerlijk benaderen van de geheimen van het leven is het een boek dat volwassenen ontroert”.
Van Liempt zet ons land in die dagen neer als een ‘somber land’. Nederland verkeert in een ‘collectieve depressie’. Een enquête geeft aan hoe de bevolking denkt over emigratie naar ‘andere, minder volle en minder benauwde landen’. 22 % van de bevolking wil emigreren.

74 jaar later schrijf ik dit allemaal op in wat mijn redactie een cursief, een verhaal, een column noemt. Ik herinner mij een gedicht van Willem Willink, Echtpaar in de trein. De vrouw rijdt vóór- , de man achteruit, beiden aan één ruit. Zij kijkt tegen de toekomst aan, hij tegen wat is voorbijgegaan.
Als ik de kopij heb ingeleverd schenk ik me een borrel in, een oude jenever, misschien wel 74 jaar oud. Ik fantaseer erbij dat Maria mij een knipoog geeft.

Jan Stoop, 16-2-2021

Kijk hier voor meer Verhalen uit Borne