Cursiefje: Alvast

Lees alle columns van Jan Stoop op www.borneinbeeld.nl.

Het waait hard, het stuift sneeuw, dun en jachtig, begin februari als we het nieuwe jaar eigenlijk nog niet eens gewend zijn.
Sneeuw is een dankbaar, inspirerend onderwerp in de Japanse haiku-dichtkunst: met een minimum aan woorden – zeventien lettergrepen in drie regels – een ‘maximum aan belevenis’ oproepen.
Zo dicht de mysticus Jõsõ :
no mo yama mo
yuki ni torarete
nani mo nashi
Vertaald staat er:
Velden en bergen,
de sneeuw heeft ze genomen,
en niets is over.
Shirõ (1742 – 1803) dicht:
De morgen breekt aan;
en de storm van vannacht is
in sneeuw begraven.
Nog eens Jõsõ :
In deze eenzaamheid,
nu bodemloos geworden,
valt sneeuw met regen.
Een aanhoudende lockdown en andere opgelegde beperkingen spelen ons parten. Toch leer je niet te vergeten wat is weggelegd, onder een pak sneeuw bijvoorbeeld. En niet te vergeten wat niet is weggelegd. Bovenal weet je dat er IETS wacht aan weerszijden van het smaller wordende pad. Naar de woorden van de haiku-dichter Shiki: Aan ‘t uiterste einde van de koelte over zee de omhoog stijgende maan en als je alle zorgen achter je hebt geworpen de zomermaan.
Het jaar zal overtrekken. Door de wijde hemel gaan altijd ruisende winden. Daar wil ik op z’n minst over blijven schrijven. Op een bankje in mijn uitloopgebied, het stroomgebied van de Bornsebeek richting Hertme, zijn er oprispingen. Is dit ‘n haiku?/Laag sneeuw, hoog gedempt zonlicht?/Ja, Saharastof!
Ik prijs mij gelukkig dat ik daar – uitgelopen voor die dag – alvast 74 ben geworden.

Jan Stoop, 23-2-2021

Kijk hier voor meer Verhalen uit Borne