Hersenspinsels – Oranje franje

De Bornse Marianne Webster is moeder van haar overleden zoon Mike, mantelzorgster voor haar man Jerry, docent doktersassistent en redactrice bij RTV Borne. In haar column Hersenspinsels vertelt ze wat haar (vanuit haar achtergrond) opvalt in het nieuws.

“Het heeft Zijne Majesteit de Koning behaagd u een koninklijke onderscheiding toe te kennen”. Met deze zin begint de burgemeester vaak de ceremonie waarbij hij een lintje uitreikt aan een inwoner van zijn dorp of stad. Deze traditie wordt ook wel eens gekscherend Oranje franje genoemd. Toch is het opspelden van een koninklijk lintje nog steeds een grote happening, waarmee iemand op symbolische wijze wordt bedankt voor zijn of haar inspanningen voor de samenleving.

Ik loop al 50 jaar op deze aardbol rond, maar dit is pas het eerste jaar dat ik me echt gedachten heb gemaakt over deze bijzondere en typisch Nederlandse traditie. Ik werd geprikkeld door het bericht dat Jan Smit dit jaar de jongste ontvanger van een lintje was. Officier in de Orde van Oranje-Nassau nog wel! Hij zal vast veel voor de maatschappij betekenen, maar mij verbaasde dit bericht enorm. Vervolgens hoorde ik van allerlei mensen om me heen dat ze een lintje hadden gekregen. Variërend van een collega, de oncoloog van mijn man tot een scheidend raadslid hier in het dorp. Allemaal mensen die zich jarenlang (vaak belangeloos) hebben ingezet op verschillende maatschappelijke vlakken. Het zijn stuk voor stuk bewonderenswaardige prestaties, maar toch bekruipt me dan de gedachte: “Maar hoezo zij wel en een ander die het zeker ook verdient niet?”. Met de willekeur die er om de jaarlijkse lintjesregen hangt heb ik toch wel enige moeite!

Maar enfin, dit jaar waren er dus weer een aantal gelukkigen! Zij zijn in april al op de hoogte gebracht, maar vanwege het coronavirus was een uitreiking toen niet mogelijk. De versoepelde landelijke maatregelen van 1 juli maken het mogelijk dat op 2 of 3 juli alsnog de decoraties uitgereikt zullen worden. Ik dacht nog voor de grap: “Zo, ze zetten er wel vaart achter! De burgemeester kon vast niet wachten tot hij weer onder de mensen mocht zijn!”. Maar tot mijn verbazing las ik vervolgens de ware reden van deze versnelde datum: “Met de uitreiking begin juli geven wij gehoor aan de wens van vele gedecoreerden om de versierselen snel te ontvangen”, aldus de Kanselarij, die verantwoordelijk is voor de koninklijke onderscheidingen.

Weet je, zo’n beweegreden irriteert me dan! Want zijn het niet juist deze gedecoreerden die zonder eigenbelang jarenlang hun goede werk hebben verricht? Dan maakt het toch niet uit wanneer je dat ding op je blouseje gespeld krijgt? Of ligt dat nou aan mij? Gaat het dan toch om die veer in de kont die je krijgt als je hoort dat de koning jouw uitzonderlijke verdiensten heeft opgemerkt? Laat ik je dan uit je droom helpen: de boodschap van de burgemeester dat iemands goede daden de koning zijn opgevallen, is natuurlijk klinkklare onzin. Willem-Alexander heeft die lijst met verdiensten echt niet persoonlijk door zitten nemen! Het is gewoon iemand in de omgeving die het initiatief heeft genomen om de burgemeester te attenderen op de staat van dienst van een medebewoner.

Als ik dan kijk naar de lijst met verdiensten van sommige gedecoreerden, dan zijn er wat mij betreft heel veel andere mensen die de maatschappelijke waardering minstens zo hard verdienen. Maar helaas is het nog steeds zo dat men onderscheidingen krijgt voor wat wél gezien wordt en niet voor de dingen die men niet ziet. Als ik mensen tot ridder mocht slaan, dan zouden dat juist de ongeziene harde werkers zijn, die veelal in stilte zware lasten moeten dragen. Mantelzorgers bijvoorbeeld. Ga er maar aan staan om je partner of (nog erger) je kind te moeten zien lijden en te moeten verzorgen terwijl je in grote angst leeft dat je hen gaat verliezen. Die mensen verdienen zo veel meer dan een lintje!

Helaas gaat het er bij het toekennen van een koninklijke onderscheiding vaak alleen om hoe lang iemand ergens is blijven zitten. Wie 40 jaar bij de gemeente werkt en daarnaast bijvoorbeeld penningmeester is van de plaatselijke schaakclub, kan eerder op koninklijke waardering rekenen dan een mantelzorger die jarenlang in stilte tussen vier muren haar zware klus klaart. Immers, wie thuis zijn ouders, partner of kind verzorgt, valt niet op en kan daarom wel fluiten naar zijn of haar lintje!

Mantelzorgers worden helaas niet op waarde geschat. Dat werd me nog eens extra duidelijk toen ik een column las over de vrouw van de verlamde zanger Koos Alberts, die decennialang voor hem gezorgd heeft. De woorden van haar dochter raakten me diep: “Het zo verdiende lintje wat we aanvroegen voor haar werd echter niet gehonoreerd. Een echte mantelzorger werkt gelukkig ook zonder lintje. Maar met een gouden hart.” En zo is het! En dát goud is meer waard dan welk lintje dan ook!

Ook al is de traditie eigenlijk niet meer van deze tijd, de lintjesregen mag wat mij betreft volgend jaar een grote plensbui worden met duizenden lintjes voor al onze mantelzorghelden, want zij verdienen het als geen ander!